Column Theo Segers: ‘Hallo’

Ik kan me het nog goed herinneren, een pedagogisch ‘standje’ van mijn vader. Onderweg, samen lopend in mijn geboortedorp Lisse, kwamen we iemand tegen die we kenden. ‘Hallo’ zei ik. In mijn herinnering weet ik niet meer wat het antwoord was, maar wel de correctie van mijn vader. ’Als je iemand tegenkomt die ouder is dan jij, dan zeg je niet ‘hallo’, dat hoort niet. Het is netter om iemand te groeten met ‘goedemorgen, of goedendag’; ook kan je ‘dag mijnheer’ of ‘dag mevrouw’, zeggen.’

Kom daar nu maar op. Ik ben blij als mensen zwaaien en goedendag wensen. En als een kind ‘hallo’ tegen me zegt, zeg ik het gewoon terug. Al moet ik dan wel aan mijn opvoeding denken. Het is immers goed - en in de Alblasserwaard gelukkig nog gemeengoed- om elkaar te groeten. Hoewel soms in de rij bij de kassa of gewoon op straat zeggen mensen niets en passeren we elkaar soms als ‘schepen midden in de nacht.’

De stad Lulea in Zweden is gestart met een groetcampagne. Daar in het hoge noorden van Zweden, 600 km boven Stockholm, passeren de meeste mensen elkaar zonder te groeten. Het lijkt echt op het spreekwoord: ‘iemand die niet groet, is nog minder dan een varken.’

In Lulea is het veelal koud en donker; in december schijnt daar de zon maar drie  uur per dag. Hoog bij de poolgrens is het altijd koud. Daarom is de gemeentelijke overheid een actie begonnen: ‘Sag hej’, ‘zeg hallo’. De sociale strateeg van de gemeente Lulea stelt: ‘Hallo zeggen lijkt iets kleins, maar onderzoek toont aan dat het sociale banden kweekt en het welzijn verbetert.’ Nou, dat zal ook gelden voor en in Molenlanden. Dus vanaf nu groeten we elkaar met ‘hallo’ of ‘goedendag’ op straat, bij de rij in de winkel of waar dan ook. Dan wordt het nog gezelliger in Molenlanden!